Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7350, BRE 22/4315
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7350, BRE 22/4315
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 23 oktober 2023
- Datum publicatie
- 31 oktober 2023
- Zaaknummer
- BRE 22/4315
- Relevante informatie
- Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 3.120a Wet IB 2001, Art. 6.17 Wet IB 2001, Art. 6:9 Awb, Art. 6:11 Awb
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslag IB 2019, N-O, beroep tegen ambtshalve beschikking m.b.t. aftrek van hypotheekrente voor een restschuld en specifieke zorgkosten ongegrond
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/4315
[belanghebbende], uit [plaats] (Duitsland), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 4 augustus 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een navorderingsaanslag inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2019 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 34.978.
Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 141 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende nietontvankelijk verklaard. De inspecteur heeft het bezwaar tevens aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag. Hij heeft dit verzoek afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft namens de inspecteur deelgenomen: mr. [inspecteur]. Belanghebbende is zonder bericht van verhindering niet verschenen.
De rechtbank heeft onderzocht of belanghebbende behoorlijk is uitgenodigd, zodat het onderzoek kan worden voltooid. Belanghebbende heeft geen domicilie gekozen op een Nederlands adres. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief en gewone post, verzonden op 15 juni 2023 aan het door haar aangegeven [adres], Duitsland onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Omdat beide uitnodigingen van 15 juni 2023 onbestelbaar retour zijn ontvangen door de rechtbank, heeft de griffier telefonisch contact gezocht met belanghebbende en – omdat niet werd opgenomen – haar voicemail ingesproken met het verzoek om contact op te nemen met de griffier.
Daarop heeft belanghebbende niet gereageerd. Vervolgens heeft de rechtbank de uitnodiging nogmaals per e-mail verzonden aan het door belanghebbende doorgegeven [e-mailadres] Daarop heeft belanghebbende evenmin gereageerd.
Naar het oordeel van de rechtbank is belanghebbende op de juiste wijze voor de zitting uitgenodigd.