Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7431, 22/4108
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7431, 22/4108
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 26 oktober 2023
- Datum publicatie
- 6 november 2023
- Zaaknummer
- 22/4108
- Relevante informatie
- Art. 2 BPM, Art. 9 BPM, Art. 10 BPM, Art. 8 Uitv.reg. BPM, Art. 110 VWEU
Inhoudsindicatie
Bpm, voorbereiding naheffingsaanslag, discretionaire bevoegdheid tonen voertuig, evenredigheidsbeginsel, schade, artikel 110 VWEU.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/4108
[belanghebbende] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], belanghebbende,
(gemachtigde: mr. R. Lammers),
en
de inspecteur van de belastingdienst.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 juli 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd voor een bedrag van € 2.301. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 152 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.715.
De rechtbank heeft het beroep op 10 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde en [naam] en namens de inspecteur: [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2].