Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7516, BRE 22/690, 22/691, 22/1128, 22/119

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7516, BRE 22/690, 22/691, 22/1128, 22/119

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
31 oktober 2023
Datum publicatie
28 november 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:7516
Zaaknummer
BRE 22/690, 22/691, 22/1128, 22/119
Relevante informatie
Art. 38 Wfsv, Art. 2.17a Besluit Wfsv

Inhoudsindicatie

Herzieningsbeschikking Werkhervattingskas 2018, redelijkerwijs kenbare fout van de inspecteur Aan belanghebbende zijn herzieningsbeschikkingen Werkhervattingskas voor 2018 afgegeven omdat de inspecteur bij het afgeven van de oorspronkelijke beschikking ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de premie terugkerende werkgever. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een redelijkerwijs kenbare fout bij het afgeven van de oorspronkelijke beschikking Werkhervattingskas voor 2018. Daarom is de inspecteur op grond van artikel 38, achtste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bevoegd om de herzieningsbeschikkingen op te leggen. De naheffingsaanslag loonheffingen over 2018 blijft daarom in stand.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/690, 22/691, 22/1128 en 22/1129

uitspraak van de meervoudige kamer van 31 oktober 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], belanghebbende,

(gemachtigde: mr. G.D.C.G. Smeets),

en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Overwegingen

Beslissing

Informatie over hoger beroep