Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7855, 21/4609 en 21/4610
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7855, 21/4609 en 21/4610
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 november 2023
- Datum publicatie
- 30 november 2023
- Zaaknummer
- 21/4609 en 21/4610
- Relevante informatie
- Art. 3.111 Wet IB 2001, Art. 7.7 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Navordering IB/PVV. Geen sprake van een eigen woning. Heffing in box 3 naar het werkelijk rendement.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/4609 en 21/4610
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 4 oktober 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.097 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 29.294 (de navorderingsaanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.113 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.854 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 27.648 (de aanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van deze aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 678 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende deels gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de navorderingsaanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 13.423. De inspecteur heeft de aanslag vastgesteld tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.346 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 12.357.
De rechtbank heeft de beroepen op 29 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen, bijgestaan door zijn echtgenote. Namens de inspecteur heeft mr. [inspecteur] deelgenomen.