Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:8323, BRE 22/4129 en 22/4130

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:8323, BRE 22/4129 en 22/4130

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
30 november 2023
Datum publicatie
11 december 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:8323
Zaaknummer
BRE 22/4129 en 22/4130
Relevante informatie
Art. 3.111 Wet IB 2001, Art. 3.112 Wet IB 2001, Art. 3.120 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting - aftrekposten eigenwoning

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/4129 en 22/4130

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 12 mei 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2016 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een inkomen uit werk en woning van € 27.446.

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2016 gegrond verklaard. Het inkomen uit woning en werk is verminderd tot € 26.612. Door verrekening van een bedrag van € 26.612 aan verliezen uit voorgaande jaren bedraagt het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2016 nihil.

1.3.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een inkomen uit werk en woning van € 51.402. Door verrekening van een bedrag van € 1.553 aan verliezen uit voorgaande jaren bedraagt het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2017 € 49.849. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2017 heeft de inspecteur een bedrag van € 435 aan belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking 2017).

1.4.

Het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2017 is ongegrond verklaard.

1.5.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.6.

De rechtbank heeft het beroep op 19 oktober 2023 op zitting behandeld, gelijktijdig met de beroepen van [naam 1] met zaaknummers 22/4127 en 22/4128. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, bijgestaan door [naam 2] , en namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

Beoordeling door de rechtbank

Overwegingen

Economische eigendom van de woning voor de eigenwoningregeling

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep