Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-02-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:845, 22/3530
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-02-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:845, 22/3530
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 13 februari 2023
- Datum publicatie
- 28 maart 2023
- Zaaknummer
- 22/3530
- Relevante informatie
- Art. 225 Gemw
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft op Koningsdag een naheffingsaanslag parkeerbelasting gekregen. Hij stelt dat ter plaatsen geen parkeerbelasting is verschuldigd in het weekend en dat Koningsdag aan een zondag gelijk moet worden gesteld.
De rechtbank merkt op dat Koningsdag 2022 viel op een woensdag. De Algemene Termijnenwet dient ertoe, zoals zowel gemachtigde als belanghebbende (een kantoorgenoot van gemachtigde) wel zullen weten, om het einde van in de wet geregelde termijnen nader te bepalen.
Uitspraak
Belastingrechtzaaknummer: BRE 22/3530
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 februari 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.
1 Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 23 juni 2022.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer] ) opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek bij brief van 10 februari 2023 gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.
2 Feiten
Op 27 april 2022, omstreeks 09:39 uur, stond belanghebbendes auto, een Renault met kenteken [kenteken] , geparkeerd aan de Cypresstraat te Tilburg. Tijdens een controle op deze datum is door parkeercontroleurs geconstateerd dat geen parkeerbelasting was voldaan.
Naar aanleiding van de in 2.1 bedoelde constatering, is aan belanghebbende de naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 43,60, bestaande uit een bedrag aan belasting van € 1 en kosten naheffing van € 43,60.
3 Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank beoordeelt of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan belanghebbende is opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die belanghebbende heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
De Cypresstraat te Tilburg is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd.1
Belanghebbende bestrijdt niet dat sprake is geweest van het in 2.1 bedoelde parkeren.
Belanghebbende stelt dat op zaterdag en zondag geen parkeerbelasting is verschuldigd in de Cypresstraat. De naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd op Koningsdag, welke dag volgens belanghebbende gelijk moet worden gesteld met een zondag. Hij stelt dat Koningsdag volgens de Algemene termijnenwet gelijk moet worden gesteld met een zondag.
De rechtbank merkt op dat 27 april 2022 viel op een woensdag.
De Algemene Termijnenwet dient ertoe, zoals zowel de gemachtigde als belanghebbende, die een kantoorgenoot van de gemachtigde is, wel zullen weten, om het einde van in de wet geregelde termijnen voor zover deze zouden eindigen op zaterdag, zondag of een ingevolge die wet daarmee gelijkgestelde feestdag, nader te bepalen. Artikel 1 van die wet geeft daarover al voldoende duidelijkheid. Voor het geval dat belanghebbende en zijn gemachtigde nog niet zou overtuigen, wijst de rechtbank er voorts op dat de wet niet geldt voor – onder meer – termijnen in uren. Parkeerbelasting wordt veelal, zoals ook in Tilburg, per (deel van een uur) berekend en is ingevolge veel verordeningen zelfs op zaterdagen, zondagen én algemeen erkende feestdagen verschuldigd, zoals in dit geval ook op de woensdag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd.
Het zal zowel de gemachtigde als belanghebbende dan ook niet verrassen dat de rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.