Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-12-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:9142, BRE - 22 _ 4361
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-12-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:9142, BRE - 22 _ 4361
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 27 december 2023
- Datum publicatie
- 3 januari 2024
- Zaaknummer
- BRE - 22 _ 4361
- Relevante informatie
- Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 45aa Uitv reg IB 2001, Art. 16 AWR
Inhoudsindicatie
Verzoek om ambtshalve vermindering navorderingsaanslag IB/PVV 2017, geen ambtelijk verzuim, FSV
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/4361
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 26 augustus 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2017 opgelegd en bij gelijktijdige beschikking belastingrente aan belanghebbende in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en de belastingrentebeschikking. De inspecteur heeft op 23 maart 2022 uitspraak op bezwaar gedaan. Die uitspraak op bezwaar bevat twee beslissingen: (i) de inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn, en (ii) de inspecteur heeft besloten om de navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en de belastingrentebeschikking niet ambtshalve te verminderen.
Belanghebbende heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen de tweede beslissing van de inspecteur om de navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en de belastingrentebeschikking niet ambtshalve te verminderen. De inspecteur heeft dat bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 26 augustus 2022 afgewezen. Tegen die beslissing van de inspecteur richt het beroep zich.
De rechtbank heeft het beroep op 15 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en [inspecteur 2] . Belanghebbende heeft een uitstelverzoek ingediend. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen (zie daarover meer onder 5). Belanghebbende is niet ter zitting verschenen.