Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:143, 23/13 en 23/3465 tot en met 23/3467
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:143, 23/13 en 23/3465 tot en met 23/3467
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 januari 2024
- Datum publicatie
- 22 januari 2024
- Zaaknummer
- 23/13 en 23/3465 tot en met 23/3467
- Relevante informatie
- Art. 3.124 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Aftrek premies arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/13 en 23/3465 tot en met 23/3467
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 9 december 2022.
Voor de jaren 2016 tot en met 2018 heeft de inspecteur navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.877 (2016), € 39.592 (2017) en € 43.711 (2018). Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslagen heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikkingen 1 tot en met 3).
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 47.488 (de aanslag). Gelijktijdig met het opleggen van de aanslag heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikking 4).
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de (navorderings)aanslagen en de belastingrentebeschikkingen gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 1 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van belanghebbende deelgenomen, bijgestaan door [naam] . Namens de inspecteur hebben mr. drs. [inspecteur 1] en [inspecteur 2] deelgenomen.