Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1608, 23/1539
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1608, 23/1539
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 14 maart 2024
- Datum publicatie
- 20 maart 2024
- Zaaknummer
- 23/1539
- Relevante informatie
- Art. 4.19 Wet IB 2001, Art. 4.20 Wet IB 2001, Art. 4.22 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Inkomen uit aanmerkelijk belang. Verkoop aandelen. Hoogte vervreemdingsvoordeel.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/1539
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 januari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 78.784 en naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 274.268 (de navorderingsaanslag).
Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.472 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen is verzonden.