Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1609, 22/6077 tot en met 22/6080

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1609, 22/6077 tot en met 22/6080

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
14 maart 2024
Datum publicatie
20 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1609
Zaaknummer
22/6077 tot en met 22/6080
Relevante informatie
Art. 7 Wet OB 1968, Art. 8:29 Awb

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Zijn de retraites van belanghebbende belast met omzetbelasting?

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/6077 tot en met 22/6080

[belanghebbende] , gevestigd in [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: drs. [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 18 november 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de perioden 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 en 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd (de naheffingsaanslagen).

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslagen heeft de inspecteur belanghebbende telkens belastingrente1 in rekening gebracht (de belastingrentebeschikkingen) en belanghebbende telkens een verzuimboete van € 1.000 opgelegd.

1.3.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de naheffingsaanslagen gehandhaafd. Wel heeft hij de opgelegde verzuimboete op de naheffingsaanslag over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 vernietigd.

1.4.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

De inspecteur heeft de rechtbank ten aanzien van een op de zaak betrekking stuk – een controlerapport van een andere belastingplichtige, [stichting]

- verzocht om geheimhouding op grond van artikel 8:29 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Belanghebbende heeft desgevraagd ermee ingestemd dat alleen de rechtbank van het volledige stuk kennisneemt (artikel 8:29, lid 5, Awb).

1.6.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.

1.7.

De rechtbank heeft de beroepen op 15 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende [naam 1] en de gemachtigde en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .

1.8.

De inspecteur heeft tijdens de zitting, zonder bezwaar van de andere partij, een kopie overgelegd van de door belanghebbende aan de inspecteur verstrekte opgaaf startende onderneming.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen is verzonden.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep