Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1750, 21/5944 en 21/5946
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1750, 21/5944 en 21/5946
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 21 maart 2024
- Datum publicatie
- 25 maart 2024
- Zaaknummer
- 21/5944 en 21/5946
- Relevante informatie
- Art. 2.14a Wet IB 2001, Art. 3 Wet Vpb 1969, Art. 52 AWR
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/5944 en 21/5946
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 maart 2024 in de zaak tussen
Stichting [belanghebbende], statutair gevestigd te [vestigingsplaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. J.M. van Beusekom),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 8 december 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2017 en 2018 een aanslag in de vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 5.049 (2017) en € 22.741 (2018) (de aanslagen).
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 165 (2017) en € 383 (2018) belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikkingen).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 21 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam 1] en [naam 2] , vergezeld door de gemachtigde met mr. J.M. de Ranits en [naam 3] . Namens de inspecteur hebben mr. drs. [inspecteur 1] , mr. drs. [inspecteur 2] , mr. [inspecteur 3] en mr. drs. [inspecteur 4] deelgenomen.
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht zes weken later uitspraak te doen.