Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1817, BRE 22/5860

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1817, BRE 22/5860

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
19 maart 2024
Datum publicatie
25 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1817
Zaaknummer
BRE 22/5860
Relevante informatie
Art. 3.8 Wet IB 2001, Art. 3.25 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. De naar aanleiding van een civiele procedure ontvangen proceskostenvergoeding en rentevergoeding zijn terecht belast als winst uit onderneming.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/5860

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 8 november 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd.

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 6 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur zijn verschenen [inspecteur 1] MSc en mr. [inspecteur 2] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep