Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1818, BRE 23/474
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1818, BRE 23/474
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 19 maart 2024
- Datum publicatie
- 25 maart 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/474
- Relevante informatie
- Art. 26b AWR, Art. 24a AWR, Art. 67a AWR, Art. 9 AWR, Art. 6:22 Awb
Inhoudsindicatie
Verzuimboete inkomstenbelasting.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/474
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] (Verenigd Koninkrijk), belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 januari 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende, gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2019, een verzuimboete van € 385 opgelegd. Tevens is aan belanghebbende belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gedeeltelijk gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de verzuimboete gehandhaafd.
Belanghebbende heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de hiervoor genoemde beslissing van de inspecteur. De inspecteur heeft dat bezwaarschrift doorgezonden aan de rechtbank als beroepschrift.
Beide partijen hebben bij de rechtbank aangegeven een zitting niet nodig te vinden. De rechtbank heeft daarom het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.