Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1840, BRE 23/2873
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1840, BRE 23/2873
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 21 maart 2024
- Datum publicatie
- 8 april 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/2873
- Relevante informatie
- Art. 2.17 Wet IB 2001, Art. 3.120 Wet IB 2001, Art. 6.3 Wet IB 2001, Art. 5a AWR
Inhoudsindicatie
IB/PVV
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/2873
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 7 april 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning en premie-inkomen van € 30.203 (de aanslag).
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 177 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 8 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .