Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1901, BRE 23/3543
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1901, BRE 23/3543
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 21 maart 2024
- Datum publicatie
- 26 maart 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/3543
- Relevante informatie
- Art. 14 EVRM, Art. 1 EP EVRM
Inhoudsindicatie
IB Box 3. Box 3 niet te hoog, werkelijk rendement hoger dan forfaitair rendement
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3543
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
en
de inspecteur van de belastingdienst.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 6 april 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2021 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 172.312 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van € 147.907.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 22 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur: [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .