Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2120, 22/1923
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2120, 22/1923
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 2 april 2024
- Datum publicatie
- 15 april 2024
- Zaaknummer
- 22/1923
- Relevante informatie
- Art. 229 Gemw
Inhoudsindicatie
Leges
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1923
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal, de heffingsambtenaar.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 2 maart 2022.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende de volgende aanslagen in de leges opgelegd (de aanslagen), in verband met een aanvraag (de aanvraag) op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo):
Aanslagnummer |
Activiteit |
Dagtekening |
Bedrag |
[aanslagnummer 1] |
Leges Bouwen |
27-05-2021 |
€ 39.237,94 |
[aanslagnummer 2] |
Leges kappen |
22-06-2021 |
€ 344,10 |
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 10 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft [naam] deelgenomen namens de heffingsambtenaar. Belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen.
Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 22 november 2023 aan belanghebbende op het adres [adres 1] te [plaats] , onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Deze uitnodiging is ook per reguliere post aan belanghebbende op genoemd adres toegezonden. Op 12 december 2023 is de envelop met de aangetekend verzonden uitnodiging door de rechtbank retour ontvangen. Daarop staat vermeld dat het aangetekend verzonden stuk retour is gezonden omdat het niet is afgehaald. De per reguliere post toegezonden uitnodiging is niet retour ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank is al het nodige gedaan om belanghebbende in kennis te stellen van de mondelinge behandeling ter zitting. De zitting heeft daarom plaatsgevonden zonder aanwezigheid van belanghebbende. De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens gesloten.
Na de zitting is de rechtbank er van op de hoogte gekomen dat belanghebbende is verhuisd en dat de uitnodiging voor de zitting hem daarom niet heeft bereikt. De rechtbank heeft daarop het onderzoek heropend en heeft partijen uitgenodigd voor een (tweede) zitting op 26 maart 2024. Hieraan hebben belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [naam] deelgenomen.