Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2210, 23/1677 tot en met 23/1682

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2210, 23/1677 tot en met 23/1682

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
4 april 2024
Datum publicatie
11 april 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2210
Zaaknummer
23/1677 tot en met 23/1682
Relevante informatie
Art. 3.82 Wet IB 2001, Art. 19 Uitv besl IB 2001

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelastingheffing over genoten invaliditeitspensioen en ouderdomspensioen van NATO; toepassing Kerstarrest.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/1677 tot en met 23/1682

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

(gemachtigde: mr. M. van Hoorne),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 10 februari 2023, 24 februari 2023 en 1 maart 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2012 tot en met 2015 en de jaren 2017 en 2018 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd.

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2012 heeft de inspecteur een vastgesteld verlies tot een bedrag van € 36.682 met het inkomen uit werk en woning verrekend (de verliesverrekeningsbeschikking).

1.3.

Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslagen IB/PVV 2014, 2015, 2017 en 2018 heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikkingen).

1.4.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV 2012 tot en met 2015 ongegrond verklaard. Aan belanghebbendes bezwaar tegen de aanslagen IB/PVV 2017 en 2018 is de inspecteur gedeeltelijk tegemoet gekomen.

1.5.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift. Belanghebbende heeft meerdere nadere stukken en een pleitnota ingediend.

1.6.

De rechtbank heeft de beroepen op 15 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep