Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2211, 23/2168 tot en met 23/2180
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2211, 23/2168 tot en met 23/2180
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 april 2024
- Datum publicatie
- 11 april 2024
- Zaaknummer
- 23/2168 tot en met 23/2180
- Relevante informatie
- Art. 2.14 Wet IB 2001, Art. 3.82 Wet IB 2001, Art. 19 Uitv besl IB 2001, Art. 4:103 BW
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelastingheffing 2006 tot en met 2018 over genoten ouderdomspensioen van NATO; (on)zuiver pensioenreglement; toepassing Kerstarrest; vermindering van heffings-en belastingrente wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel; extra immateriële schadevergoeding wegens de bijzonder lange duur van de bezwaarfase.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/2168 tot en met 23/2180
mr. [belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 20, 21, 23 en 24 februari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2006 tot en met 2018 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslagen heeft de inspecteur heffingsrente dan wel belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikkingen).
Aan belanghebbendes bezwaren tegen de aanslagen is de inspecteur gedeeltelijk tegemoet gekomen.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift. Belanghebbende heeft gerepliceerd en een nader stuk ingediend.
De rechtbank heeft de beroepen op 15 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, vergezeld van zijn echtgenote [naam] , en namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en [inspecteur 3]
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
Zoals afgesproken op de zitting heeft belanghebbende na de zitting een nader stuk ingediend. De inspecteur heeft op dit stuk gereageerd. Met toestemming van partijen is een nadere zitting achterwege gebleven.