Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2504, BRE 22/5279
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2504, BRE 22/5279
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 april 2024
- Datum publicatie
- 25 april 2024
- Zaaknummer
- BRE 22/5279
- Relevante informatie
- Art. 26 AWR
Inhoudsindicatie
Geen rentebeschikking - beroep ongegrond
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5279
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 3 november 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag erfbelasting opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 5 maart 2024 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] , mr. [inspecteur 3] vergezeld van twee toehoorders van de Belastingdienst. De beroepen met zaaknummer 22/5280 ten name van [naam 1] en zaaknummer 22/3775 ten name van de erven [erflater] zijn gelijktijdig met dit beroep behandeld.