Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2506, 23/172
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2506, 23/172
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 april 2024
- Datum publicatie
- 24 april 2024
- Zaaknummer
- 23/172
- Relevante informatie
- Art. 1 EP EVRM, Art. 30fc AWR, Art. 30 hb AWR
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting-belastingrente-geen schending eigendomsrecht.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/172
[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats], belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] verbonden aan [bedrijf]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 5 december 2022.
De inspecteur heeft met dagtekening 20 augustus 2022 bij de tweede voorlopige aanslag vennootschapsbelasting (vpb) voor het jaar 2020 een bedrag van € 24.466 aan belastingrente in rekening gebracht. Op 27 augustus 2022 is de definitieve aanslag voor het jaar 2020 opgelegd waarbij de tweede voorlopige aanslag is verrekend.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de in rekening gebrachte belastingrente ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 5 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] en drs. [inspecteur 2]. De gemachtigde van belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen.
De gemachtigde van belanghebbende is door de griffier bij brieven, verzonden op 3 januari 2024 (aangetekend en per gewone post) op het opgegeven [postbusadres], onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. De per aangetekende verzonden uitnodigingsbrief heeft de rechtbank retour ontvangen omdat die niet is afgehaald. Het kantoor van de gemachtigde heeft telefonisch bevestigd dat de (per gewone post verzonden) uitnodigingsbrief voor de zitting van 5 maart 2024 is ontvangen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op de juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden. De zitting heeft daarom plaatsgevonden zonder de aanwezigheid van de gemachtigde van belanghebbende.