Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2584, 23/1849
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2584, 23/1849
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 19 april 2024
- Datum publicatie
- 24 april 2024
- Zaaknummer
- 23/1849
- Relevante informatie
- Art. 5.1 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Box 3
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/1849
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 10 februari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2021 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 92.813 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 31.917.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 20 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur, mr. drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .