Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2822, BRE 23/2529
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2822, BRE 23/2529
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 april 2024
- Datum publicatie
- 3 mei 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/2529
- Relevante informatie
- Art. 67a AWR
Inhoudsindicatie
Verzuimboete bij de aanslag IB/PVV - onjuiste adressering
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/2529
[belanghebbende] , domicilie kiezende te [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 9 maart 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 de aanslag inkomstenbelasting en premies (IB/PVV) opgelegd (de aanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur een verzuimboete van € 385 opgelegd (de verzuimboete).
Belanghebbende is uitsluitend in bezwaar gekomen tegen de verzuimboete. De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 19 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .