Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:292, BRE 22/2340, 22/2342, 22/2344, 22/2345 en 22/2348
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:292, BRE 22/2340, 22/2342, 22/2344, 22/2345 en 22/2348
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 22 januari 2024
- Datum publicatie
- 26 januari 2024
- Zaaknummer
- BRE 22/2340, 22/2342, 22/2344, 22/2345 en 22/2348
- Relevante informatie
- Art. 7 Wet OB 1968, Art. 31 Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
OB. Verlenen huisvesting tegen vergoeding: dienst onder bezwarende titel.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/2340, 22/2342, 22/2344, 22/2345 en 22/2348
[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] (Litouwen), belanghebbende
(gemachtigde: mr. N. Idrissi),
en
de inspecteur van de belastingdienst.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 28 maart 2022.
Belanghebbende heeft verzoeken om teruggaaf omzetbelasting ingediend over:
- het eerste kwartaal van 2018 voor een bedrag van € 15.825;
- het tweede kwartaal van 2018 voor een bedrag van € 11.891;
- het derde kwartaal van 2018 voor een bedrag van € 13.075;
- het vierde kwartaal van 2018 voor een bedrag van € 13.309; en
- het eerste kwartaal van 2019 voor een bedrag van € 14.125.
(de teruggaafverzoeken)
De inspecteur heeft de verzoeken om teruggaaf afgewezen en de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur: mr. [inspecteur 1] , mr. drs. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .