Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3193, BRE 22/5825
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3193, BRE 22/5825
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 mei 2024
- Datum publicatie
- 21 mei 2024
- Zaaknummer
- BRE 22/5825
- Relevante informatie
- Art. 225 Gemw, Art. 8:72 Awb
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag parkeerbelasting - ongegrond
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5825
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
([gemachtigde] verbonden aan [B.V.]),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda,
de heffingsambtenaar.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 7 november 2022.
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 20 mei 2022 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting ([aanslagnummer]) opgelegd (de naheffingsaanslag).
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar het bezwaar in behandeling genomen als een verzoek om ambtshalve vermindering. Het verzoek is afgewezen omdat bij aanvang van parkeren geen parkeerbelasting is voldaan.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Beide partijen hebben desgevraagd niet aangegeven een mondelinge behandeling van het beroep te willen. De rechtbank heeft daarom besloten de zaak af te doen zonder een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft op 16 april 2024 het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.