Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3270, BRE 22/6074 en 22/6075
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3270, BRE 22/6074 en 22/6075
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 mei 2024
- Datum publicatie
- 23 mei 2024
- Zaaknummer
- BRE 22/6074 en 22/6075
- Relevante informatie
- Art. 2.17 Wet IB 2001, Art. 16 AWR, Art. 13 bis Wet LB
Inhoudsindicatie
Aftrek wegens elders belast loon; bijtelling privégebruik auto
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/6074 en 22/6075
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. P.M. den Dulk RB),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 24 november 2022 en 15 december 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 85.549 (de navorderingsaanslag 2017).
Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag 2017 heeft de inspecteur belanghebbende € 1.656 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking 2017).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de navorderingsaanslag 2017 en de belastingrentebeschikking 2017 ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 246.283 (de aanslag 2018).
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag 2018 heeft de inspecteur belanghebbende € 8.788 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking 2018).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag 2018 gegrond verklaard en de aanslag verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 83.277 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 55.250. De belastingrentebeschikking 2018 is verminderd naar € 3.278.
De rechtbank heeft de beroepen op 4 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, bijgestaan door de gemachtigde, en namens de inspecteur, [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaak van de echtgenote van belanghebbende met nummer 22/6076.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.