Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3444, BRE 23/2819, BRE 23/2820
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3444, BRE 23/2819, BRE 23/2820
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 27 mei 2024
- Datum publicatie
- 3 juni 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/2819, BRE 23/2820
- Relevante informatie
- Art. 7 Wet OB 1968, Art. 6:9 Awb
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting; samengestelde prestatie, plaats van dienst.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/2819 en BRE 23/2820
[belanghebbende] , gevestigd in [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. F.D.E.W. Gätjens),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 1 april 2023.
Belanghebbende heeft in haar aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal van 2019 per saldo verzocht om een teruggaaf van omzetbelasting. De inspecteur heeft bij beschikking met dagtekening 16 april 2021 en [beschikkingsnummer] O.01.9271 het verzoek om teruggaaf niet-ontvankelijk verklaard (beschikking geen teruggaaf).
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 een naheffingsaanslag omzetbelasting met [aanslagnummer] F.01.9502 (de naheffingsaanslag) opgelegd en gelijktijdig daarmee belastingrente aan belanghebbende in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de beschikking geen teruggaaf, de naheffingsaanslag en de belastingrentebeschikking gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 2 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende, de gemachtigde, en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .