Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-06-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3940, BRE 23/2578 tot en met BRE 23/2582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-06-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3940, BRE 23/2578 tot en met BRE 23/2582
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 juni 2024
- Datum publicatie
- 21 juni 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/2578 tot en met BRE 23/2582
- Relevante informatie
- Art. 7 Wet OB 1968, Art. 11, lid 1, onderdeel b Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Aftrek van voorbelasting in verband met de bouw- en inrichtingskosten van werkruimtes in de woning.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/2578 tot en met BRE 23/2582
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. drs. T. Bijlard),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 17 maart 2023 en van 1 april 2023, die betrekking hebben op de naheffingsaanslagen omzetbelasting over de periode 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021 (de naheffingsaanslagen), en op de teruggaafbeschikkingen omzetbelasting over de periode 1 juli 2020 tot en met 30 september 2020 en de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 (de teruggaafbeschikkingen).
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende gedeeltelijk gegrond verklaard en heeft daarbij de naheffingsaanslag omzetbelasting over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 verminderd. De overige naheffingsaanslagen en teruggaafbeschikkingen heeft hij gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 16 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende, gemachtigde en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur zijn [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] verschenen.