Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:446, BRE 23/633 tot en met 23/636

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:446, BRE 23/633 tot en met 23/636

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
31 januari 2024
Datum publicatie
15 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:446
Zaaknummer
BRE 23/633 tot en met 23/636
Relevante informatie
Art. 3.100 Wet IB 2001, Art. 3.124 Wet IB 2001, Art. 10.8 Wet IB 2001, Art. 22 Uitv besl IB 2001, Art. 16 AWR

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Aftrek premies arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/633 t/m 23/636

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 10 december 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd waarbij gelijktijdig belastingrente in rekening is gebracht (de belastingrentebeschikkingen):- een navorderingsaanslag voor het jaar 2016 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.032 waarbij gelijktijdig € 360 belastingrente in rekening is gebracht;- een navorderingsaanslag voor het jaar 2017 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 59.095 waarbij gelijktijdig € 297 belastingrente in rekening is gebracht;- een navorderingsaanslag voor het jaar 2018 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.636 waarbij gelijktijdig € 215 belastingrente in rekening is gebracht; - een aanslag IB/PVV voor het jaar 2019 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 62.146 waarbij gelijktijdig € 134 belastingrente in rekening is gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen op 20 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en zijn echtgenote, en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en drs. [inspecteur 2] .

Beoordeling door de rechtbank

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep