Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:449, BRE 22/415 tot en met 22/721
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:449, BRE 22/415 tot en met 22/721
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 31 januari 2024
- Datum publicatie
- 15 februari 2024
- Zaaknummer
- BRE 22/415 tot en met 22/721
- Relevante informatie
- Art. 7 lid 1 Wet OB 1968, Art. 20 AWR, Art. 67c AWR
Inhoudsindicatie
OB. Ondernemerschap.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/715 t/m 22/721
[belanghebbende] , uit [plaats] ([land]), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 24 december 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over tijdvakken gelegen tussen 1 april 2019 tot en met 31 december 2020 zeven naheffingsaanslagen omzetbelasting (de naheffingsaanslagen) opgelegd. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslagen heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikkingen) en verzuimboeten opgelegd (de boetebeschikkingen).
Aanslagnummer |
Tijdvak |
Omzetbelasting |
Verzuimboete |
Belastingrente |
[aanslagnummer] F.01.9506 |
1-4 t/m 30-6 2019 |
€ 1.164 |
€ 116 |
€ 54 |
[aanslagnummer] F.01.9507 |
1-7 t/m 30-9 2019 |
€ 504 |
€ 50 |
€ 23 |
[aanslagnummer] F.01.9508 |
1-10 t/m 31-12 2019 |
€ 596 |
€ 59 |
€ 27 |
[aanslagnummer] F.01.0211 |
1-1 t/m 31-3 2020 |
€ 651 |
€ 65 |
€ 13 |
[aanslagnummer] F.01.0241 |
1-4 t/m 30-6 2020 |
€ 443 |
€ 50 |
€ 9 |
[aanslagnummer] F.01.0271 |
1-7 t/m 30-9 2020 |
€ 608 |
€ 60 |
€ 12 |
[aanslagnummer] F.01.0301 |
1-10 t/m 31-12 2020 |
€ 800 |
€ 80 |
€ 16 |
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari tot en met 31 maart 2020 deels gegrond verklaard. Deze naheffingsaanslag is verminderd tot een bedrag van € 336 waarbij gelijktijdig de in rekening gebrachte belastingrente overeenkomstig is verminderd en de opgelegde verzuimboete is verminderd tot een bedrag van € 50. De bezwaren tegen de overige naheffingsaanslagen en belastingrente- en boetebeschikkingen zijn door de inspecteur ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 20 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, via een digitale verbinding, en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .