Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4736, BRE 23/3476
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4736, BRE 23/3476
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 juli 2024
- Datum publicatie
- 24 juli 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/3476
- Relevante informatie
- Art. 15 ai Wet Vpb 1969, Art. 3.54 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Artikel 15ai van de Wet Vpb 1969.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3476
[belanghebbende] uit [plaats 1] , belanghebbende
(gemachtigde mr. drs. T. van Regenmortel),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 17 mei 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2019 een aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 1.212.957 (de aanslag).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn in afschrift verzonden aan de inspecteur.
De rechtbank heeft het beroep op 26 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .