Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:49, BRE 23/1565 en 23/1566
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:49, BRE 23/1565 en 23/1566
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 januari 2024
- Datum publicatie
- 11 januari 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/1565 en 23/1566
- Relevante informatie
- Art. 3.4 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
ROW
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/1565 en 23/1566
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 20 januari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.684 (aanslag IB/PVV). Tevens heeft de inspecteur een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 24.684 (aanslag Zvw).
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslagen IB/PVV en Zvw heeft de inspecteur belanghebbende belastingrente in rekening gebracht van respectievelijk € 243 en € 86 (de belastingrentebeschikkingen). Tevens heeft de inspecteur bij de aanslag IB/PVV een verzuimboete opgelegd van € 369 (de verzuimboete). Uit het bezwaarschrift blijkt dat geen bezwaar is gemaakt tegen de verzuimboete.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw ongegrond verklaard en de aanslagen IB/PVV en Zvw gehandhaafd.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
Nadat belanghebbende de beroepen had ingesteld, hebben partijen overeenstemming bereikt ten aanzien van de aftrekbare kosten gastouderopvang voor een bedrag van € 4.000.
De rechtbank heeft de beroepen op 23 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .