Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4960, 23/2774
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4960, 23/2774
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 18 juli 2024
- Datum publicatie
- 25 juli 2024
- Zaaknummer
- 23/2774
- Relevante informatie
- Art. 4.3 Wet IB 2001, Art. 4.6 Wet IB 2001, Art. 4.7 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Aanmerkelijk belang. Economisch belang bij aandelen. Verstrekken van een call optie.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/2774
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. S.P. Meere),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 20 april 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2018 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 135.043, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 751.113 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 37.425.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur € 24.346 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking). Ook heeft de inspecteur impliciet een verlies uit aanmerkelijk belang vastgesteld van nihil (de verliesbeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 20 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde deelgenomen, bijgestaan door [naam] . Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] , mr. drs. [inspecteur 3] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.