Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5116, BRE 23/1869 en BRE 23/1870

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5116, BRE 23/1869 en BRE 23/1870

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
25 juli 2024
Datum publicatie
2 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5116
Zaaknummer
BRE 23/1869 en BRE 23/1870
Relevante informatie
Art. 6g Wet OB 1968, Art. 7 Wet OB 1968, Art. 13 Wet OB 1968, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

OB; correcties i.v.m. belaste langdurende verhuur auto’s aan NL particulieren; verzuimboetes.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/1869 en BRE 23/1870

[belanghebbende] , statutair gevestigd in [plaats] (Duitsland), belanghebbende

(gemachtigde: drs. [naam 1] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 3 februari 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting (de naheffingsaanslagen) opgelegd en bij gelijktijdige beschikkingen de volgende boete- en belastingrentebeschikkingen vastgesteld:

Zaaknr.

[kenmerk] .

Tijdvak

Naheffing

Boete

Rente

23/1869

F.01.7401

01-01-2017 t/m 31-12-2017

€ 9.209

€ 920 (verzuimboete)

€ 530

23/1870

F.01.8501

01-01-2018 t/m 31-12-2018

€ 41.786

€ 4.178

(verzuimboete)

€ 733

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen, boete- en belastingrentebeschikkingen als volgt verminderd:

Zaaknr.

[kenmerk] .

Tijdvak

Naheffing

Boete

Rente

23/1869

F.01.7401

01-01-2017 t/m 31-12-2017

€ 4.315

€ 3441 (verzuimboete)

€ 248

23/1870

F.01.8501

01-01-2018 t/m 31-12-2018

€ 17.589

€ 1.4062

(verzuimboete)

€ 308

Daarbij heeft de inspecteur de boetes ook met 20% verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase, heeft hij aan belanghebbende een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend en een vergoeding van immateriële schade voor de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase.

1.3.

De rechtbank heeft de beroepen op 3 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende, [naam 2] (directeur) en [naam 3] (aandeelhouder), de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, drs. [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing