Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5371, BRE - 23 _ 2583 en 23 _ 2584

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5371, BRE - 23 _ 2583 en 23 _ 2584

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
5 augustus 2024
Datum publicatie
14 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5371
Zaaknummer
BRE - 23 _ 2583 en 23 _ 2584
Relevante informatie
Art. 7.8 Wet IB 2001, Art. 27e AWR, Art. 67a AWR

Inhoudsindicatie

IB/PVV 2016 en 2017, omkering en verzwaring bewijslast

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/2583 en 23/2584

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2024 in de zaken tussen


[belanghebbende] , uit [plaats 1] ( [staat] , Verenigde Staten), belanghebbende,

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen uitspraken op bezwaar van 28 december 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende aanslagen en beschikkingen vastgesteld:

-

voor het jaar 2016 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
(IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 140.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 252.020 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 2.870 belastingrente in rekening is gebracht;

-

voor het jaar 2017 een aanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 125.000 en gelijktijdig beschikkingen waarbij een verzuimboete van € 369 is opgelegd en € 4.542 aan belastingrente in rekening is gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende bij uitspraken op bezwaar afgewezen.

1.3.

De rechtbank heeft de beroepen op 6 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] . Namens belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen.

1.4.

Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 25 maart 2024 aan belanghebbende op [adres 1] te [plaats 1] [staat] , Verenigde Staten, onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Dit woonadres is bij brief met dagtekening 25 april 2023 door de voormalig advocaat van belanghebbende doorgegeven. De uitnodiging is door PostNL retour gestuurd aan de rechtbank. De uitnodiging is op 25 maart 2024 ook per gewone post naar dit adres verzonden. De griffier van de rechtbank heeft ingevolge 8:38 van de Awb al op een eerder moment in andere procedures van belanghebbende – er lopen meerdere procedures bij deze rechtbank gevoerd door belanghebbende – belanghebbende op de hoogte gesteld dat aangetekende poststukken op het door of namens hem doorgegeven woonadres (kort gezegd verschillende varianten/volgordes van: [adres 1] te [plaats 1] [staat] , Verenigde Staten) onbestelbaar retour komen en belanghebbende gewezen op de inmiddels gebruikelijke mogelijkheid om via digitale weg te procederen dan wel belanghebbende verzocht om desgewenst een ander (correspondentie)adres door te geven. Belanghebbende weigert via de aangeboden digitale route te procederen en weigert een ander (correspondentie)adres door te geven. De rechtbank is daarom van oordeel dat de griffier van de rechtbank in redelijkheid de te vergen zorg heeft betracht om de uitnodigingen naar het juiste adres te verzenden zoals is doorgegeven door de voormalig advocaat van belanghebbende – ook al komen die herhaaldelijk terug wanneer aangetekend verzonden - en acht daarom de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op de juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden. De zitting heeft plaatsgevonden zonder de aanwezigheid van belanghebbende. Van hetgeen is besproken tijdens de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift tegelijk met deze uitspraak aan partijen wordt verzonden.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep