Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5458, BRE - 23 _ 3168, 23 _ 3169 en 23 _ 3170
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5458, BRE - 23 _ 3168, 23 _ 3169 en 23 _ 3170
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 7 augustus 2024
- Datum publicatie
- 22 augustus 2024
- Zaaknummer
- BRE - 23 _ 3168, 23 _ 3169 en 23 _ 3170
- Relevante informatie
- Art. 4.12 Wet IB 2001, Art. 2h Uitv besl LB, Art. 67e AWR
Inhoudsindicatie
IB/PVV 2018, 2019 en 2020, (verkapte) winstuitdelingen
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/3168, 23/3169 en 23/3170
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [naam 1] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 15 mei 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende aanslagen opgelegd en daarbij de volgende beschikkingen vastgesteld:
- -
-
over het jaar 2018 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.309 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 56 belastingrente in rekening is gebracht (zaaknummer 23/3168);
- -
-
over het jaar 2019 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 6.431 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 18.824, en gelijktijdig beschikkingen waarbij het verlies uit werk en woning is vastgesteld op € 0, een vergrijpboete is opgelegd van € 1.031 en belastingrente in rekening is gebracht van € 382 (zaaknummer 23/3169);
- -
-
over het jaar 2020 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 24.157, en gelijktijdig beschikkingen waarbij het verlies is vastgesteld op € /- 117, een vergrijpboete is opgelegd van € 907 en belastingrente in rekening is gebracht van € 227 (zaaknummer 23/3170).
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende bij uitspraken op bezwaar afgewezen.
De rechtbank heeft de beroepen op 26 juni 2024 op zitting behandeld. De zaken van belanghebbende zijn gezamenlijk behandeld met de zaak met nummer 23/3186 van [naam 2] , de zaken met nummers 23/3184 en 23/3185 van [B.V. 1] , de zaken met nummers 23/3369 en 23/3370 van [naam 3] , en de zaken met nummers 23/3367 en 23/3368 van [naam 4] . Aan de zitting hebben deelgenomen: de gemachtigde en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , drs. [inspecteur 2] , mr. [inspecteur 3] en [inspecteur 4] .