Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5650, BRE 23/3667
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5650, BRE 23/3667
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 20 augustus 2024
- Datum publicatie
- 4 september 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/3667
- Relevante informatie
- Art. 231 Gemw, Art. 9 Iw 1990, Art. 11 Iw 1990
Inhoudsindicatie
Explootkosten hernieuwd bevel tot betaling aanslag gemeentelijke heffingen
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3667
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de invorderingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant (gemeente Breda en waterschap Brabantse Delta), de heffingsambtenaar.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de invorderingsambtenaar van 29 juni 2023 op het bezwaar tegen de aan belanghebbende berekende invorderingskosten met betrekking tot de aanslag gemeentelijke en/of waterschapsbelastingen met aanslagnummer [nummer] over belastingjaar 2021 (de aanslag).
Met dagtekening 9 juni 2023 is aan belanghebbende een exploot betekend met een hernieuwd bevel tot betaling van het totale openstaande bedrag van de aanslag inclusief aanmaningskosten binnen twee dagen na betekening. Daarbij zijn kosten voor betekening van het exploot (explootkosten) in rekening gebracht van € 18.
De invorderingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de explootkosten ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.
De invorderingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 10 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: mr. M.J.J. Withagen-van Oorschot namens de invorderingsambtenaar.
Belanghebbende is zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 3 juni 2024 aan belanghebbende op het adres [adres] te ( [postcode] ) [plaats] , onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Nu uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief op 5 juni 2024 aan belanghebbende op genoemd adres is bezorgd, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.
Feiten
Bij aanslagbiljet van 26 februari 2021 is aan belanghebbende de aanslag voor gemeentelijke en/of waterschapsbelastingen 2021 opgelegd.
Op 25 juni 2021 heeft de invorderingsambtenaar een aanmaning gestuurd en op 24 september 2021 een dwangbevel betekend. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanmaningskosten (€ 17) en de kosten voor betekening van het dwangbevel (€ 152).
De invorderingsambtenaar heeft bij afzonderlijke uitspraken van 22 oktober 2021 het bezwaar van belanghebbende tegen de aanmaningskosten ongegrond verklaard. Het bezwaar tegen de dwangbevelkosten is gegrond verklaard en besloten is om deze kosten niet verder in te vorderen, mits belanghebbende het openstaande bedrag van € 1.280,71 inclusief aanmaningskosten binnen 14 dagen zou betalen. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen (onder andere) deze uitspraken op bezwaar bij uitspraak van 27 oktober 2022 ongegrond verklaard.1 Belanghebbende heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Op dit hoger beroep is nog niet beslist.
Omdat belanghebbende op 9 juni 2023 nog niet het volledige openstaande bedrag van de aanslag en de aanmaningskosten heeft betaald, heeft de belastingdeurwaarder met die dagtekening een exploot betekend aan het adres van belanghebbende met een hernieuwd bevel tot betaling van het totale openstaande bedrag binnen twee dagen na betekening. Daarbij is € 18 aan explootkosten in rekening gebracht.