Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6087, BRE 23/1829
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-08-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6087, BRE 23/1829
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 augustus 2024
- Datum publicatie
- 10 september 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/1829
- Relevante informatie
- Art. 3.90 Wet IB 2001, Art. 27e AWR
Inhoudsindicatie
Aanslag IB/PVV 2019, niet redelijk om alle winst uit drugslab aan belanghebbende toe te rekenen. de rechtbank vermindert de aanslag. ook de boete wordt vernietigd.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/1829
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. A.T.P. Nefkens),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 2 februari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 468.549. Tegelijk met de aanslag zijn een boetebeschikking van € 116.389 en een beschikking belastingrente van € 5.825 vastgesteld.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 336.549. De boetebeschikking is verlaagd tot € 82.234 en de beschikking belastingrente tot € 4.115.
Belanghebbende is in beroep gegaan. De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .