Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:61, 22/6000
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:61, 22/6000
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 3 januari 2024
- Datum publicatie
- 24 januari 2024
- Zaaknummer
- 22/6000
- Relevante informatie
- Art. 3.92 Wet IB 2001, Art. 11 AWR
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting; onzakelijk lening Belanghebbende heeft een vennootschap verkocht en de verkoop (mee)gefinancierd door voor (een deel van) de koopsom van de aandelen een achtergestelde lening te verstrekken aan de koper van die vennootschap. Dit is op zichzelf niet ongebruikelijk ware het niet dat belanghebbende de lening niet rechtstreeks aan de koper heeft verstrekt maar via de dochter van haar dga. Niet aannemelijk is dat een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest de financiering op dezelfde wijze vorm te geven.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/6000
[belanghebbende] BV, gevestigd in [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 30 november 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) en een beschikking belastingrente opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift. Belanghebbende heeft voorafgaande aan de zitting een 10-dagenstuk en een pleitnota ingediend.
De rechtbank heeft de beroepen op 22 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende mr. J.J. van der Aa, vergezeld van [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] . Namens belanghebbende was [naam 4] aanwezig, bijgestaan door [naam 5] . Namens de inspecteur zijn verschenen drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.