Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-09-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6445, BRE 23/9014 en BRE 24/697 tot en met BRE 24/727
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-09-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6445, BRE 23/9014 en BRE 24/697 tot en met BRE 24/727
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 19 september 2024
- Datum publicatie
- 3 oktober 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/9014 en BRE 24/697 tot en met BRE 24/727
- Relevante informatie
- Art. 1 WKB, Art. 3 WKB, Art. 30h WKS
Inhoudsindicatie
Belanghebbende exploiteert kansspelautomaten. Tot en met 30 juni 2008 werd de omzet van kansspelautomaten in de heffing van omzetbelasting betrokken. Met ingang van 1 juli 2008 is belanghebbende als exploitant van de kansspelautomaten 29% kansspelbelasting verschuldigd over het bruto spelresultaat. Dat heeft in de hele branche geleid tot een daling van het resultaat. Volgens de rechtbank is die daling voor belanghebbende geen individuele buitensporige last. Het gegeven dat belanghebbende enkele jaren verlies heeft geleden is op zichzelf geen reden om te concluderen dat deze daling zich bij belanghebbende sterker heeft doen voelen dan bij andere exploitanten van kansspelautomaten.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/9014 en BRE 24/697 tot en met BRE 24/727
[B.V. 1] , gevestigd te [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. B. Jongmans),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 29 juni 2023.
Belanghebbende heeft voor de tijdvakken beginnend op 1 juli 2008 en eindigend op 28 februari 2011 op aangiften bedragen van in totaal € 8.284.172 aan kansspelbelasting voldaan.
De inspecteur heeft de daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen tezamen met de beroepen van [B.V. 2] 1 op 8 augustus 2024 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: gemachtigde, bijgestaan door mr. S.M. Andriesse, [naam 1] en [naam 2] , en namens de inspecteur: mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .
Ter zitting heeft gemachtigde een pleitnota overgelegd. De rechtbank heeft dit stuk aan het dossier toegevoegd.
Van hetgeen ter zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met deze uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.