Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6657, BRE 23/9555 en BRE 23/9556

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6657, BRE 23/9555 en BRE 23/9556

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 oktober 2024
Datum publicatie
9 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:6657
Zaaknummer
BRE 23/9555 en BRE 23/9556
Relevante informatie
Art. 16 AWR, Art. 3.91 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. De transactiewinst die belanghebbende heeft behaald met de verkoop van het onroerend goed kwalificeert als resultaat uit overige werkzaamheden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/9555 en BRE 23/9556

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. N.J.A. Raets),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 17 augustus 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. De inspecteur heeft daarbij belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft de beroepen op 30 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende, zijn partner [naam 1] , gemachtigde en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur zijn mr. [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] verschenen.

1.4.

Ter zitting heeft gemachtigde een pleitnota overgelegd. De rechtbank heeft dit stuk aan het dossier toegevoegd.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep