Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6774, 23/10335
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6774, 23/10335
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 oktober 2024
- Datum publicatie
- 8 november 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- 23/10335
- Relevante informatie
- Art. 26 WBM, Art. 31a WBM
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. De naheffingsaanslag is opgelegd over het tijdvak oktober 2014, terwijl de belasting is verschuldigd over het tijdvak “tweede en derde kwartaal 2014”. Daarom is de aanslag opgelegd over het onjuiste tijdvak. Er is geen sprake van een duidelijke, voor belanghebbende kenbare vergissing. De aanslag wordt vernietigd. De rechtbank ziet aanleiding om aan belanghebbende in aanvulling op de forfaitaire bedragen van het besluit proceskosten bestuursrecht een aanvullende kostenvergoeding toe te kennen. Beroep gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/10335
[belanghebbende] B.V., statutair gevestigd te [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. O.P.P. Elsenburg),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 14 september 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak oktober 2014 een naheffingsaanslag in de afvalstoffenbelasting opgelegd van € 6.963.648 (de naheffingsaanslag).
Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.378.802 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 3 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens belanghebbende deelgenomen: de gemachtigde, bijgestaan door mr. P.E. Halprin en mr. J.L.H.M. Galavazi en tevens [naam 1] en [naam 2] . Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.