Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6806, BRE 23/9312
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6806, BRE 23/9312
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 7 oktober 2024
- Datum publicatie
- 14 oktober 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/9312
- Relevante informatie
- Art. 12a Wet LB, Art. 28a Wet LB, Art. 67f AWR
Inhoudsindicatie
Art. 12a Wet LB 1964, gebruikelijkloonregeling; vertrouwensbeginsel; vergrijpboete.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9312
[belanghebbende] B.V., gevestigd in [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [naam 1] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 17 augustus 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd over de tijdvakken in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 naar een bedrag van € 12.055 (de naheffingsaanslag) en bij gelijktijdige beschikkingen een vergrijpboete van € 6.027 (de boetebeschikking) opgelegd en € 1.056 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende afgewezen.
De rechtbank heeft de beroepen op 20 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .