Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6990, BRE 23/1270
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:6990, BRE 23/1270
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 oktober 2024
- Datum publicatie
- 24 oktober 2024
- Zaaknummer
- BRE 23/1270
- Relevante informatie
- Art. 225 Gemw, Art. 8:36c Awb
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag parkeerbelasting, beroep gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/1270
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk, de heffingsambtenaar.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 24 januari 2023.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting met [aanslagnummer] opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 15 oktober 2024 op zitting behandeld. Belanghebbende is met bericht aan de rechtbank niet verschenen. De heffingsambtenaar is evenmin verschenen, maar heeft daarvan geen bericht doorgegeven. De griffier heeft op 14 augustus 2024 in het digitaal dossier van de heffingsambtenaar een bericht geplaatst waarbij de heffingsambtenaar is uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Van de plaatsing van dit bericht is op dezelfde datum een notificatie aan de heffingsambtenaar verzonden naar het door hem voor dit doel opgegeven e-mailadres. Daarom neemt de rechtbank aan dat belanghebbende dit bericht op 14 augustus 2024 heeft ontvangen.1 De rechtbank stelt daarmee vast dat de heffingsambtenaar correct en op de juiste wijze voor de zitting is uitgenodigd.