Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7327, BRE 20/8081
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7327, BRE 20/8081
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 oktober 2024
- Datum publicatie
- 1 november 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 20/8081
- Relevante informatie
- Art. 2.14a Wet IB 2001, Art. 8:31 Awb, Art. 8:42 Awb, Art. 67d AWR, Art. 67e AWR, Art. 67o AWR
Inhoudsindicatie
Aan vier zussen zijn (navorderings)aanslagen IB/PVV opgelegd in verband met de toerekening van een trustvermogen (APV) en zijn tevens vergrijpboeten opgelegd. Aan belanghebbende, de belastingadviseur van de zussen, is een vergrijpboete opgelegd wegens medeplegen of doen plegen van onjuiste aangiften c.q. het niet doen van aangiften door de zussen. De rechtbank heeft in de zaken van de zussen de toerekening van het trustvermogen in stand gelaten en de vergrijpboeten vernietigd. Daarmee is vast komen te staan dat de zussen niet als ‘plegers’ kunnen worden aangemerkt. Van medeplegen door belanghebbende kan dan ook geen sprake zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is wel sprake van ‘doen plegen’ van onjuiste aangiften omdat belanghebbende voorwaardelijk opzettelijk heeft gehandeld bij het ten onrechte adviseren c.q. opdragen dat in de aangiften van de zussen de trustvraag niet moest worden aangekruist en geen inkomen uit de trust moest worden vermeld. De rechtbank acht dat niet pleitbaar. Maar belanghebbende kan ‘doen plegen’ van het niet doen van aangiften door de zussen niet worden verweten en het lidmaatschap van de NOB acht de rechtbank niet strafverzwarend. De boete wordt verminderd.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 20/8081
[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats 1] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
en