Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7496, 23/9035

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7496, 23/9035

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
4 november 2024
Datum publicatie
8 november 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:7496
Zaaknummer
23/9035
Relevante informatie
Art. 67a AWR

Inhoudsindicatie

Verzuimboete bij aanslag IB/PVV, beroep op avas slaagt niet

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 23/9035

[belanghebbende] , uit [plaats] (Roemenië), belanghebbende.

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 30 juni 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Gelijktijdig heeft de inspecteur een verzuimboete van € 385 opgelegd.

1.2.

De inspecteur is gedeeltelijk aan het bezwaar van belanghebbende tegemoet gekomen. De verzuimboete is bij de uitspraak op bezwaar geheel gehandhaafd.

1.3.

Het door belanghebbende ingediende beroep ziet enkel op de aan hem opgelegde verzuimboete.

1.4.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2024 op zitting behandeld. Namens de inspecteur hebben hieraan deelgenomen: mr. [inspecteur 1] en mr.drs. [inspecteur 2] .

1.6.

Namens belanghebbende is niemand verschenen. Belanghebbende heeft zich afgemeld voor de zitting.

1.7.

De rechtbank heeft ter zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

De rechtbank heeft het onderzoek op 2 september 2024 heropend in verband met de wisseling van de behandelend rechter in deze zaak. Daarbij heeft de rechtbank partijen laten weten dat zij een nadere zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Op 3 september 2024 heeft belanghebbende in antwoord op de rechtbank aangegeven dat hij geen nadere zitting wenst. Omdat de inspecteur niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn heeft aangegeven een zitting te wensen, heeft de rechtbank het onderzoek bij brief van 29 oktober 2024 gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep