Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7895, 23/8979
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7895, 23/8979
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 november 2024
- Datum publicatie
- 22 november 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- 23/8979
- Relevante informatie
- Art. 16 AWR
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslagen IB/PVV. Heffingsrecht over de Achmea-uitkering op basis van het Verdrag Nederland-België. Vertrouwensbeginsel. Beroep gegrond, omdat de AOW-uitkering ten onrechte in de Nederlandse belastingheffing is betrokken.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/8979 tot en met 23/8981
[belanghebbende] , uit [plaats] (België), belanghebbende,
(gemachtigde: mr. P-P.A. Weil)
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 13 juli 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over de jaren 2017 tot en met 2019 de volgende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd en de volgende belastingrentebeschikkingen gegeven:
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
Belastingrente |
|
2017 |
€ 131.360 |
€ 8.538 |
2018 |
€ 131.478 |
€ 6.498 |
2019 |
€ 131.744 |
€ 4.368 |
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 4 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur: mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .