Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7943, BRE 23/9007
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7943, BRE 23/9007
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 20 november 2024
- Datum publicatie
- 29 november 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 23/9007
- Relevante informatie
- Art. 3.81 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
voorkoming dubbele belasting verkeersvlieger, vertrouwensbeginsel
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9007
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. M.W.F.G. Vervoort),
en
de inspecteur van de belastingdienst.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 5 juli 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 150.666 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 4.896.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 3.844 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 142.077 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 4.896. De belastingrentebeschikking is verminderd naar een bedrag van
€ 1.638.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 9 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, de gemachtigde van belanghebbende mr. S. Sikkens en namens de inspecteur [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .