Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7956, BRE 23/10169
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-11-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7956, BRE 23/10169
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 20 november 2024
- Datum publicatie
- 27 november 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 23/10169
Inhoudsindicatie
IB/PVV
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/10169
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
(gemachtigde: mr. B. Jorissen),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 27 september 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 931.611 (de aanslag).
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 56.245 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 574.146. Tevens is de belastingrente verminderd naar € 9.340 en is een kostenvergoeding toegekend van € 592 conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (het Besluit).
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De inspecteur heeft een nader stuk ingediend. Deze is in afschrift verstrekt aan belanghebbende.
De rechtbank heeft het beroep op 9 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende, de gemachtigde, [naam 1] en [naam 2] en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en [inspecteur 2] Msc en mr. [inspecteur 3].