Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8286, BRE 23/9663 en BRE 24/910
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8286, BRE 23/9663 en BRE 24/910
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 december 2024
- Datum publicatie
- 11 december 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 23/9663 en BRE 24/910
- Relevante informatie
- Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 6:11 Awb
Inhoudsindicatie
Termijnoverschrijding bezwaarschrift en inkomen belast onder artikel 14 Belastingverdrag Duitsland-Nederland.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/9663 en BRE 24/910
[belanghebbende] , uit [plaats] (Duitsland), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de beslissingen van de inspecteur van 5 september 2023 en 11 december 2023.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2021 en daarbij tevens verzocht om ambtshalve vermindering van die aanslag. De inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn en daarnaast beslist om niet tegemoet te komen aan het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. Het bezwaar van belanghebbende tegen deze laatste beslissing heeft de inspecteur ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 26 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur zijn mr. [inspecteur 1] en mr. drs. [inspecteur 2] verschenen.
De rechtbank heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd. Bij brief van 6 november 2024 heeft de rechtbank partijen geïnformeerd dat de uitspraakdatum is verlengd.