Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8308, BRE 23/9746
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8308, BRE 23/9746
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 december 2024
- Datum publicatie
- 11 december 2024
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 23/9746
- Relevante informatie
- Art. 7, lid 4 Wet OB 1968, Art. 67c AWR
Inhoudsindicatie
Naheffing OB; vertrouwensbeginsel.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9746
[belanghebbende] B.V., gevestigd in [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 27 oktober 2023.
De inspecteur heeft met dagtekening 28 april 2022 aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting (hierna: OB) van € 19.651 opgelegd over het tijdvak van 12 december 2019 tot en met 31 december 2021 en daarbij bij beschikkingen een boete opgelegd van € 1.965 en € 631 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.
Belanghebbende heeft verzocht om uitstel van de zitting. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep op 17 september 2024 op zitting behandeld. Belanghebbende is, met bericht, niet verschenen. Namens de inspecteur zijn verschenen mr. [inspecteur 1] , drs. [inspecteur 2] en [inspecteur 3] . Van hetgeen ter zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met deze uitspraak een afschrift naar partijen zal verzenden.
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht zes weken later uitspraak te doen.